De eerste burgemeesters

De functie van burgemeester zoals we die nu kennen bestaat pas sinds de gemeentewet van 1851.  Suijs (burgemeester van 1849 – 1869) was de eerste die die functie bekleedde.

In Zorgvlied worden ook burgemeesters geëerd van vóór die tijd: Dams (1811 – 1815), van Meurs (1816 – 1830), Vissers (, 1831 – 1837) en Beckers (1837 – 1849). Vóór Dams was Van Dooren (1809-1811) door Lodewijk Napoleon tot burgemeester benoemd.

Martinus C. Van Dooren (van de wollenstoffenfabriek Van Dooren en Dams) heeft geen straat in Zorgvlied. De Van Doorenstraat bestond al sinds 1881 en loopt over het terrein waar zijn huis (‘het kasteeltje’) stond, tussen de Oude Dijk en de Bisschop Zwijsenstraat. Toen Lodewijk Napoleon in Tilburg op bezoek was logeerde hij ten huize van deze succesvolle fabrikant. De koning was zo onder de indruk van de wollenstoffennijverheid hier dat hij Tilburg tot stad verhief, een college van één burgemeester met twee wethouders instelde en zijn gastheer tot burgemeester daarvan benoemde. Toen in 1810 het departement Brabant werd ingelijfd bij het Franse keizerrijk werd de burgemeester maire genoemd. Van Dooren stierf al twee jaar na zijn benoeming op 55 jarige leeftijd en werd opgevolgd door de broer van zijn compagnon, tevens zijn zwager: Willebrordus A. Dams.

Ook deze Dams zat in de textiel: hij fabriceerde baai, een grove wollen stof. Maar hij was ook politiek actief. Hij was vertegenwoordiger van Tilburg in de Nationale Vergadering in den Haag, onze eerste gekozen volksvertegenwoordiging. Hij was daar goede maatjes met Pieter Vreede. Dams kreeg in 1811 bij keizerlijk  decreet de titel van maire, die hij droeg tot de nederlaag van Napoleon bij Waterloo. Daarna trok hij zich terug uit de politiek en ging zich weer aan zijn fabriek wijden. Tien jaar later wordt hij benoemd tot secretaris van Tilburg tot hij vanwege zijn slechter wordend gezichtsvermogen dat niet meer kon. Dams woonde op de Heuvel, ongeveer op de plaats waar nu Midi staat.

Na 1815 komt koning Willem I op de troon en verandert opnieuw de organisatie van het gemeente­bestuur. Het  bestaat dan uit een college van drie burgemeesters, die om beurten telkens voor een jaar president waren. Johan A. Van Meurs en zijn opvolger Adrianus A. Vissers hebben afwisselend die rol gespeeld tot in 1824 het ‘college van burgemeesteren’ werd omgezet in een college van één burgemeester met twee wethouders. Van Meurs werd toen burgemeester en Vissers wethouder.

Van Meurs was notaris, net als zijn vader en grootvader. Hij was van Nederlands Hervormde huize en ongehuwd. In 1813 was hij al benoemd tot adjoint-maire (hulpburgemeester) naast Dams. Hij woonde in de Heuvelstraat. Na zijn eervolle ontslag is hij in 1931 opgevolgd door de eerder genoemde Vissers. Vissers was rond 1800, vóór hij in de politiek ging, de stadsgeneesheer van Tilburg . Onder zijn burgemeesterschap werd begonnen met de bestrating van wegen in de uitbreidingen van stad: de Goirkestraat, de Gasthuisstraat, de Noordstraat en de huidige Bisschop Zwijsenstraat (toen Nieuwe Dijk).

Bijschrift foto: Vermoedelijk portret van Johan Adriaan van Meurs. Hij had  tussen 1816 en 1824 verschillende functies in het ‘college van burgemeesteren’ in Tilburg. In 1824 komt er verandering in de status van het gemeentebestuur. Hij werd 1824 benoemd tot burgemeester en in 1830 eervol ontslagen

In 1837 werd Visser opgevolgd door burgemeester Hendrik B. Beckers. Hij heeft het kleinste straatje in Zorgvlied, maar dat weerspiegelt niet zijn betekenis. Ook hij was notaris in Tilburg. Hij was pas 38 toen hij benoemd werd tot burgemeester. Maar voor een herbenoeming in 1849 wilde hij wegens zijn slechte gezondheid niet meer in aanmerking komen. Hij is uiteindelijk ook maar 54 jaar geworden.

Beckers heeft zich sterk gemaakt voor de bouw van een waardig stadhuis. Dat werd gebouwd op de Markt onder architectuur van Henri van Tulder. In 1849, het jaar van zijn afscheid is het in gebruik genomen. Dat stadhuis is in 1971 weer afgebroken om plaats te maken voor de bredere Schouwburgring. Beckers zelf woonde er vlakbij in het statige huis naast de pastorie in de Bisschop Zwijsenstraat. In dat pand is later het klooster van de zusters van de Visitatie gekomen en maakt nu deel uit van het ‘kunstcluster’ van Fontys.

Bronnen:
Ronald Peeters, De straten van Tilburg (Tilburg, 1987).

Gerard Steijns, Tilburgse Scheurkalender, 2007.